maandag 30 december 2013

2013. TOT ZOVER.

Nog maar één dag.

En dan zit 2013 er alweer op.


Een raar jaar. Een beetje een saai jaar. Hoewel dat op de foto's dan weer helemaal niet zo lijkt. Een jaar met niet veel hoogtepunten, maar ook niet veel dieptepunten. Een rustig jaar. Met weinig gebeurtenissen. Niet veel goede, maar gelukkig ook weinig slechte. Een jaar dat langzaam met het zand in de zandloper is weggegleden waardoor ik nu, op 30 december, de dag voor het einde, me opeens bewust word dat het er op zit! Alsof het door mijn vingers geglipt is, zonder dat ik het in de gaten had. Floep! Weg.

Weg is 2013.

vrijdag 27 december 2013

UITBUIKEN

Rechtstreeks van Wikipedia:


Uitbuiken is een typisch Nederlandse zegswijze, waarbij na een goede maaltijd een poosje rust genomen wordt om het eten te laten zakken. Anders bestaat de mogelijkheid van oprispend maagzuur.
Door veel te eten en te drinken voelt de buik pijnlijk aan en kan men last krijgen van overtollig maagzuur. Ook kan men last krijgen van oprispend maagzuur, waarbij de sluitspier tussen maag en slokdarm minder goed sluit.
Ook strak zittende kleding, bijvoorbeeld ten gevolge van veel eten, kan leiden tot oprispingen. Om dit te voorkomen wordt na een goede maaltijd de knoop van de broek losgemaakt en gaat men even wat onderuit zitten. Dan komt verzucht de tekst: "Hè, dat was heerlijk - nu even lekker uitbuiken!" Hoewel de kreet eenvoudig in het Duits vertaald kan worden is hij daar veel minder gangbaar. Het "ausbauchen" maakt als kreet pas recent zijn opgang. In andere culturen is deze activiteit nog niet veel waargenomen.


Het was nog voordat ik deze wanstaltige definitie van het woord uitbuiken ontdekte, dat ik het al een walgelijk woord vond.
Uitbuiken.
Uitbuiken!
Even serieus. Klinkt toch niet?

Alsof je na veel te veel eten onderuit gezakt gaat zitten, je broek open doet en met je hand een paar keer over je opgezwollen buik wrijft, een flinke "Aaaaahhhh" kreet uitslaat, gevolgd door een onwijs dikke boer. En je daarna, nadat je het een paar minuten hebt laten zakken, je een weg baant naar het toilet, terwijl je broek al op je knieën hangt, omdat deze al open was en je vervolgens het toilethok vergast, gepaard met geluiden die aan de overkant van de straat nog te horen zijn. Zo ongeveer zoals mijn broers dat doen, maar dan nog een tikkeltje erger. Gadver!

Dat dus.

Uitbuiken. Het is het smerigste en lelijkste woord dat ik ooit gehoord heb.

Deze dagen na kerst vraag ik dan ook altijd met tegenzin aan mensen hoe hun dagen zijn geweest, omdat het woord 'uitbuiken' zonder twijfel meermaals genoemd wordt. Kerst is tegenwoordig meer een vreetfestijn dan dat het nog iets met de geboorte van onze lieve Heer te maken heeft, maar vooruit. Eens per jaar moet het kunnen en waarom dan niet gewoon met kerst. Maar waarom er dan daarna massaal uitgebuikt moet worden?

Uitbuiken. Luister dan hoe het klinkt! Gadverdamme!

Hoe mijn kerst was? Cadeautjes, hapjes, zelf pizza'tjes maken, wijntjes, borrels en heel veel gelachen. Of ik daarna moest uitbuiken? Nee, want de volgende dag heb ik al de uit te buiken kilo's er weer afgelopen in de horeca. Afgelópen ja. Niks geen uitbuiken hier.

Uitbuiken... alsjeblieft zeg! Ik hou nog liever al het overtollige eten en de overtollige gassen binnen, dan dat ik überhaupt aan het proces van uitbuiken begín! Ik vind het het meest ranzige woord dat en de meest ranzige activiteit die bestaat. Uitbuiken is iets dat ik nóóit doe!

Vandaag was ik gewoon weer aan het werk. In de drukte, alsof de wereld vergaat na 1 januari en mensen massaal hun rekeningen leegplunderen. Of is het gewoon om de belasting te ontduiken? Mijn collega merkte tegen een uur of vijf op dat ze trek had aan een kroketje. Toevallig, want ik had net een half uur ervoor besloten dat ik vanavond mijn maaltijd bij de cafetaria zou scoren.

Een raspatatje en twee frikandellen speciaal met ketchup. De patatboer kent mijn bestelling inmiddels uit het hoofd. Best wel gênant.

En als jullie me nu willen excuseren. Ik hoor wat gegrommel en wat rare geluiden. Ik geloof dat ik even moet uitbuiken...

maandag 23 december 2013

THE BUTTERFLY EFFECT

Om zeven uur gisteravond zou ik bij mijn vriendin zijn.

We zouden gaan happen in de stad. Wijntje drinken (eentje!), bijkletsen en ondertussen lekker eten. We doen het wel vaker, maar de laatste tijd niet meer zoveel als voorheen. Dus het werd weer hoog tijd.

Overdag was ik bij mijn moeder. Zij was jarig geweest en had nog verjaardagsvisite. Het was gezellig en ik kon niet wegkomen. Om kwart voor zeven riep ik dat ik toch écht weg moest en pakte ik mijn autosleutels. Een van de verjaardagsgasten (gewoon mijn neefje van 12, hoor) liep zelfs helemaal mee naar de auto.

Op de weg naar Oldenzaal zag ik het bovenop de Tolbult al. Zwaailichten. Blauw flikkerende lichten, midden op de weg. Ik vroeg me af wat er was gebeurd. Een aanrijding? Een ongeluk? Een vrachtwagen met pech die de weg barricadeerde? Ik concludeerde het laatste toen ik er langs reed. De hele weg bleek afgezet, wat ik op de Tolbult nog niet kon zien en ik werd samen met mede-automobilisten omgeleid over de parallelweg. Het enige dat ik op de weg zag was een stilstaande vrachtwagen. Geen krasje te bekennen, maar dat was moeilijk te zien, aangezien het pikkedonker was. Vast een gevalletje pech op zondagavond. Waardoor ik mooi wel moest omrijden en nóg later pas in Hengelo was.

Toen we eenmaal aan tafel zaten, onze eerste slokjes wijn achterover hadden gegooid en iets lekkers van de kaart hadden besteld, checkte ik mijn telefoon. Een stuk of vijftien berichten in mijn whatsapp.

Dodelijk ongeval Oldenzaalsestraat, las ik in de groepsapp van mijn familie. Ik werd even koud. Mijn hart stond even stil.

Ik keek mijn vriendin verschrikt aan.
"Die wegafzetting... waardoor ik zonet moest omrijden... Er is iemand omgekomen!"
Ik zei het met ongeloof.

Er werd meteen gespeculeerd wie er was omgekomen. Her en der komen de verhalen. Zo gaat dat als je in een klein dorp woont. De man zelf heeft nauwelijks zijn laatste adem uitgeblazen en de whatsapp staat roodgloeiend van de berichten. Vreselijk.

Het idee dat ik enigszins geïrriteerd langs de barricade reed. Dat ik over de parallelweg moest, alleen omdat er een vrachtwagen met pech stond, zoals ik dacht. Het idee dat er op dat moment op die plek, bij die vrachtwagen, net iemand was overleden. Of misschien op dat moment zelfs nog aan het sterven was. Bizar. Te raar voor woorden. Zo ben je er en zo ben je er niet meer. Ik blijf het herhalen. Het is het mysterie van het leven.

Na een paar minuten en enkele berichten over en weer stuurde mijn moeder een bericht.

Ik ben blij dat je later bent weggegaan.

Niet dat ik het de vrachtwagenchauffeur gun. Integendeel. Natuurlijk niet! Maar het is wel enigszins een opluchting dat het niet mij overkwam. Dat ik het niet gezien heb. Het moet vreselijk voor hem zijn geweest. En nog steeds. Hij reed iemand aan en die persoon overleed. Hoe kun je jezelf ooit vergeven? Nooit. Om het over de overledene zelf nog maar niet te hebben. En zijn nabestaanden. Verschrikkelijk! Maar ik moest mijn moeder gelijk geven.

Ik was blij dat ik later was vertrokken.
Ik stuurde een hartje naar mijn familie. Twee zelfs.